Ik ben Isis ’t Hart. Voor het Apcg ben ik actief als schouwer van gebouwen qua toegankelijkheid en ik geef ook voorlichting op basisscholen over hoe het is om te leven met een beperking.
Ik wil graag een bijdrage leveren aan het schouwen van de toegankelijkheid in Arnhem omdat ik dat heel belangrijk vind, niet alleen voor mezelf maar ook voor de rest van de Arnhemmers die leeft met een visuele, lichamelijke of verstandelijke of een psychische beperking.
Verder vind ik het gewoon ook heel erg van belang dat mensen ons, om het maar even zo uit te drukken, accepteren zoals we zijn en dat we erbij horen en niet als een soort rare enge mensen zien.
Voor mij was het belangrijk om te kijken naar de toegankelijkheid voor rolstoelers tijdens de schouw omdat ik zelf in een rolstoel zit. Het belangrijkste dan is op dat moment: kom ik het gebouw binnen, is er een goede mogelijkheid om naar het toilet te gaan, zijn er genoeg draaicirkels, zijn de gangpaden in een restaurant niet te nauw of moet je niet teveel mensen van hun plek afjagen om ergens naar toe te kunnen of mensen lastig vallen om het zo maar even te zeggen van : joh wil je je stoel even aanschuiven want ik kom er net niet langs of zou je even op willen staan, dat soort dingen.
Voor mij zaten er voor mijn stukje van de schouw niet echt locaties bij waar ik heel erg nieuwsgierig naar was, want ik ben zelf geboren en getogen in Arnhem dus voor mij was het wel bekend terrein waar ik zat.
Behalve bij het gemeentehuis, daar ben ik wel geweest om te schouwen. Daar zijn we wel op plekken geweest waar je normaal gesproken niet komt zonder een afspraak bijvoorbeeld, dus dat was wel leuk en dat was ook heel interessant. En op het MFC Klarendal daar kwamen we alleen op de begane grond, dat ken ik al, dat is een gebouw waar ik regelmatig kom en ook regelmatig geweest ben voordat ik het geschouwd had.
Tijdens de schouw wordt er zoveel mogelijk geprobeerd om de groepen ook heel divers te houden, dus iemand met een visuele beperking, iemand die slechthorend is, iemand in een rolstoel, iemand die spastisch is, noem het maar op, en dan krijg je ook een beetje een inkijkje in van: wat voor criteria behandelt iemand die doof is of zeer slechthorend of iemand die zeer slechtziend is. Wat voor criteria heeft hij voor een toegankelijk openbaar gebouw? Dat vond ik heel erg interessant.
Dat is voor mij toch wel waar ik heel erg tegenaan loop – grappig – qua knelpunten. Qua toegankelijkheid is het toch wel niet zozeer de fysieke toegankelijkheid. Want ik heb gewoon het geluk dat ik, naast dat ik een in rolstoel zit nog een paar passen kan lopen. Dus als er een paar tredes zijn voor een ingang of een paar tredes naar een zaal toe of wat dan ook, dan kan ik nog wel een paar passen lopen, dan kan ik die tredes nemen, terwijl andere mensen dat niet kunnen. Kijk, het is natuurlijk altijd makkelijker als je een drempel hebt, of een drempelhulp. Voor mij is het toch heel erg van belang dat de psychologische toegankelijkheid ook een plaats krijgt. Dus bijvoorbeeld dat er niet standaard geroepen wordt als je uit wilt gaan: joh sorry, maar je komt er niet in, want de brandveiligheid komt anders in het geding. Of: wat als er paniek uitbreekt, hoe gaan we jou dan naar beneden helpen, of: hoe gaan we jou het pand uit helpen? Dat vind ik voornamelijk dat dat stukje ook een beetje belicht mag worden voor de Arnhemse Standaard.
Wat voor mij toch wel het meest opviel achteraf na alle schouwingen, was de ommekeer die mensen maakten en de ogen die geopend werden, dus zo van: oh ja, maar daar had ik nog nooit over nagedacht, werkt dat zo, is dat zo makkelijk te doen. Oh, dat gaan we gelijk aanpakken. Dat soort opmerkingen, dat doet mij dan weer heel erg deugd, dat vind ik wel heel erg leuk om mee te maken en om mee te geven.
Hét voorbeeld van toegankelijkheid binnen Arnhem heb ik toch wel de bioscoop van JT, de blikken bioscoop, gevonden in vergelijking met bijvoorbeeld Rembrandt, de bioscoop. Je kunt op alle verdiepingen komen met één lift, oké, het is een kleintje, en mensen zijn altijd vriendelijk, er is een aangepast toilet, de zalen zijn toegankelijk, geen trappen of tenminste trappen die je niet kan omzeilen, dus dat is gewoon voor mij hét voorbeeld van toegankelijkheid en ik hoop dat ze na de verbouwing dat ook een beetje vast blijven houden.
Wat voor mij toch wel de ultieme wens is op het gebied van toegankelijkheid, is dat niet zozeer de fysieke beperkingen of fysieke toegankelijkheid verbetert, ik weet dat ze daarmee bezig zijn en dat dat gedaan wordt, en dat tot op zekere hoogte zit je daar ook weer binnen beperkingen aan met oude gebouwen en dat soort dingen, maar dat in ieder geval voor mensen de psychische beperkingen of de psychische toegankelijkheid wat beter wordt. Dus dat die omslag gemaakt wordt van dat mensen in een rolstoel of met een letterlijk psychische beperking of een fysieke of visuele beperking er ook bij horen en dat niet alleen de toegankelijkheid van gebouwen daarop aangepast wordt, maar ook de toegankelijkheid naar mensen toe en de mentaliteit van de mensen dus verandert. Daar zijn wij ook heel erg mee bezig.
Voor de Arnhemse Standaard is in ieder geval voor mij heel erg van belang dat er gewoon zowel voor de ondernemer als voor de gemeente één regel, één standaard moet zijn. Praktisch voorbeeld: een deur móet minimaal 85 cm zijn, of er moet minimaal een helling zijn met een maximale hellingsgraad van 40 graden, dat soort dingen die moeten standaard op papier want anders dan hou je onduidelijkheid en dan krijg je welles-nietes-spelletjes.
Arnhemse Standaard Toegankelijkheid