Lentekriebels en voorjaarsvlinders
Maart 2025
Mijn favoriete snuifseizoen is begonnen. De lente. Mijn neus zat verstopt. Dus echt snuiven lukte niet. Net als zo veel mensen had ik twee keer de griep. Of de boemeranggriep zoals iemand zei. Ik vang nooit wat. Als ik dan een keer iets vang is het de boemeranggriep. Het begon er mee dat mijn oren dicht zaten. Niet echt bevordelijk voor mijn oriëntatie. Ik was met Igor aan het wandelen. De trein reed langs, maar wel op een heel vreemde plek. Verbaasd vroeg ik me af wat die trein daar nou deed. Die rijdt daar anders nooit. Niet veel later realiseerde ik me lachend dat ik natuurlijk verkeerd liep. Igor vond het leuk een andere route. Hij was lekker aan het snuffelen. Hij wel. Weer thuis plofte ik op de bank. Ik bleek griep te hebben. Een paar dagen later voelde ik me beter. Weer een paar dagen later ving ik dus die boemerang en had ik weer griep en keelontsteking. Niet handig als je een podcastopname hebt gepland en een kooroptreden op de planning hebt staan. Eerst klonk ik nog zwoel. Al gauw was ik mijn stem helemaal kwijt. Lekker rustig voor mijn gezinsleden. Mijn man maakte heel lief kopjes thee met honing voor me. Langzaam ging het beter en kwam aarzelend mijn stem terug. Ik klonk best zwoel. Zingen en een gesprek voeren lukte nog niet echt. Wel kon ik weer snuiven. Heerlijk die lentegeuren.
Op een vrijdagmiddag ging ik met een goede vriend en zijn vriendin naar een proefopname van De Leeuw tussen de sterren. Van de titel alleen al werd ik al blij. We werden ontvangen met bitterballen. Een lekker begin en ik sprak andere lieve fans. Heel gezellig. Het programma vond ik heel leuk en daarna ging Paul ook nog zingen. Ik heb je lief, Vlieg met me mee en mijn lievelingsnummer Een miljoen keer. Bij het horen van de eerste tonen kwamen bij mij tranen van geluk. Dit lied betekent zoveel voor mij.
De volgende dag gingen we met ons gezin en mijn schoonfamilie naar De Efteling. Om het 50-jarig huwelijk van mijn schoonouders te vieren. Als eerste gingen we in de Danse macabre. De attractie en de mooie muziek vond ik heel leuk. Dat ik de skeletten van de muzikanten niet kon zien vond ik een voordeel. Mijn tieners besloten dat ik ook wel mee kon in de kinderachtbaan. Ik vond het spannend en leuk. Dan kon ik ook wel mee in de Vogelrock. Ik vertelde aan mijn kinderen dat ik toen ik nog kon zien in de wachtrij voor de Vogelrock had gestaan. Uiteindelijk ging ik niet in de attractie omdat ik een achtbaan in het donker te eng vond. Hier moesten ze om lachen. Ik bleek de Vogelrock best leuk te vinden.
Daarna mocht ik ontspannen in Droomvlucht. Mijn lievelingsattractie. Een medewerker haalde ons uit de wachtrij en zei dat ik in de wachtrij mocht voor mensen met een beperking. Lief. Als je niet in de attractie kan krijg je een speciale bril op om de attractie op die manier te ervaren. Mijn kinderen zeiden: Onze moeder heeft geen ogen en kan dus niets zien door die bril. De medewerker zei lachend dat ik wel mee mocht in Droomvlucht want er zitten wel oren op. Lachend stapten we in. Ik genoot van de geuren en de mooie muziek. Mijn dochter vertelde over de elfjes en de trollen. Zo zat er een elfje op een schommel en stond er een trol onder de douche. Koning trol zat op een zonnebloem. Die leek op haar broer. Vertederd riep ik: Die trollen zijn vast heel lief. Mijn zoon vond zelf ook dat hij leek op koning trol want hij heeft ook wel iets koninklijks.
Vila volta vond ik een bijzondere ervaring. Ik kan het draaien van het huis niet meer zien. Ik had niet verwacht dat die banken zo hard schommelen. Toen ik mijn ogen sloot zag ik alsnog het draaiende huis voor me. De theekopjes vind ik ook altijd een succes. Al heten ze hier volgens mij anders. Het Sprookjesbos blijft altijd leuk. Ik zei tegen mijn dochter dat ik graag iets in Holle bolle Gijs wilde gooien omdat ik het zo leuk vind als hij dank je wel zegt. Lachend zei mijn dochter: Af en toe ben je net een kind hè mam? Waarop ik reageerde met af en toe? Later had mijn dochter van alles verzameld wat ik een voor een in Holle bolle Gijs mocht gooien. Zodat hij lekker vaak dank je wel zei. Van mijn zoon kreeg ik een heerlijke beker koffie. Al dacht opa BolleGijs hier anders over. Toen ik de koffie op had gaf ik hem de beker. Hij twijfelde even of hij hem lekker vond. Mijn beker bleef steken in zijn mond. Nadat hij hem toch had op gegeten volgde een voldaan dank u wel.
Mijn tieners vonden dat ik ook wel mee kon in de Python. Mijn argument dat ik bang was dat mijn ogen eruit zouden vallen veegden ze van tafel. Als je heel snel een emmer water ronddraait valt er ook geen water uit wanneer de emmer op de kop is. Dit vond ik een overtuigend punt. Toen we omhoog werden getakeld voelde ik vlinders in mijn buik en vroeg ik me af waarom ik dit deed. Net als in andere achtbanen kneep ik mijn ogen stevig dicht. Want je weet maar nooit. We gingen keihard naar beneden en mijn man zei droog: Eerste looping, tweede looping, eerste kurkentrekker, tweede kurkentrekker. Zo beleefde ik de achtbaan optimaal. Trillerig stapte ik uit het karretje. Mijn dochter keek me aan en zei: Regenboog oog check, gewoon saai oog check. Je ogen zitten er nog in. Ze appte haar vriendinnen dat haar moeder zonder ogen in de Python was geweest. Ze vonden me super stoer. Een goede actie van Super blindje.
Houten achtbanen leken me het engst omdat je dan zo schudt. Vooruit ik ging mee. Ook in de wachtrij voor mensen met een beperking moesten we lang wachten, maar we werden beloond. We mochten in het laatste karretje. Daar ga je het aller hardst. Joepie. Ik gilde ook het aller hardst. Niet zo bevordelijk voor mijn herstellende keel, maar ik kon niet anders.
We hadden een heerlijke en sprookjesachtige tijd in De Efteling. Dat liedje van Carnaval festival krijg ik niet meer uit mijn hoofd. Ik kan nu zeggen dat ik leven in het donker enger vind dan in de Vogelrock en de Python gaan en minder eng dan in Joris en de draak. Een miljoen bedankjes voor dit mooie leven en drie hoeraatjes voor de lente.
Marjolein
Samen kijken naar de sterren
februari 2025
Er wordt wel eens gezegd dat honden op hun baasjes gaan lijken. Ik ben geen held in het donker. Igor ook niet. Toch heeft hij dit niet van mij. Want ik kan niet zien wanneer het gaat schemeren. Igor is dan heel alert en gaat dan sluipend de hoek om. Ik heb hem verzekerd dat er geen leeuwen en tijgers in onze woonwijk wonen en zelfs geen verdwaald nijlpaard. Wel een heleboel buurpoezen moet ik eerlijkheidshalve toegeven. Sommige van die buurpoezen maken een geluid dat erg in de buurt komt van het geluid dat een tijger maakt. Dus ik begrijp Igor goed.
Aan het eind van een middag liepen Igor en ik naar huis. Aan Igors alertheid te merken begon het te schemeren. Het was heel stil op straat. Het voelde een beetje verlaten. Vanuit het niets stak de wind op. Aan Igors reactie te merken sloop er een buurpoes langs en een windgong begon onheilspellend te klingelen. Ik waande me in een horrorfilm. Uit automatisme deed ik mijn handen voor mijn ogen. Tot ik me af vroeg wat ik nou toch stond te doen. We moesten naar huis. Sluipend liepen Igor en ik door de straten. Ondanks de horrorachtige setting kwamen we veilig thuis.
Ik werk er hard aan om mijn relatie met het donker of Dolly de duisternis zoals ik haar noem te verbeteren. Ook kreeg ik het advies om een positieve tegenhanger voor haar te verzinnen. Ik bedacht allerlei namen in combinatie met licht of zon. Tijdens het wandelen met Igor schoot me ineens een leuke naam te binnen. Polly plezier. Dolly en Polly vind ik wel lekker klinken. Dolly en Polly kunnen zo een zanggroepje beginnen. Naast Dolly de duisternis heb ik gelukkig ook veel Polly plezier in mijn leven. Dat licht in mijn leven brengt.
Als je niet meer romantisch met je man naar de sterren kan kijken dan moet je toch iets anders verzinnen. Naar de opnames van Ranking the stars is een goed alternatief. We hebben genoten en gelachen. Het was extra leuk dat we daar een andere lieve fan van Paul tegen kwamen. Heel gezellig. Naast dat ik het leuk vind om de opnames bij te wonen voelt het soms ook als een gezellige reünie.
Een paar weken later ging ik samen met mijn man en onze tieners naar de opname van Stars on Stage. Dat samen naar de sterren kijken smaakte naar meer. Bij Stars on Stage zingen bekende Nederlanders nummers uit musicals en leven ze zich helemaal in de scène in. Het was heel mooi.
Ik dacht terug aan al die mooie musicals die we hebben gezien. Laatst was ik nog met mijn zoon naar Shrek de musical. Met live audiodescriptie en meet and feel door Komt het zien. Zo mochten we onder andere het masker van de kleine Shrek voelen en het koekenmannetje. De musical was grappig en er werd mooi gezongen. Ook de treinreis met mijn zoon naar Amersfoort was een mooi avontuur.
Een andere mooie musical met Komt het zien was Jesus Christ Superstar. Mijn man en ik waren hier vorig jaar heel toepasselijk op tweede Paasdag. Met alle bekende nummers en Hilbert als blindentolk werd het een prachtige middag. Door de ogen van Hilbert kon ik na al die jaren Paul weer zien. Dat ontroerde me. Zijn scène was heel bloederig. Dus ik zat wel met mijn handen voor mijn ogen.
Toen ik het laatst met iemand had over de uitdagingen die ik tegen kom maakte hij de opmerking: Zonder wrijving geen glans. Zo waar. Met Dolly de duisternis heb ik vaak wrijving. Met Polly plezier en al die stralende sterren is er gelukkig ook veel glans.
Marjolein
Ik kan de boom in
januari 2025
Mijn blinde beste vriendin werkt bij de gemeente. Ergens begin januari vertelde ze me dat ze veel meldingen kregen over zwerfkerstbomen. Dat vond ik zo’n lief woord. Ik begrijp die kerstbomen heel goed. Ongeveer vanaf Sinterklaas tot pakweg Drie koningen heb je mooi staan wezen in een gezellige woonkamer. Met ballen of moet ik zeggen ornamenten, slingers, lichtjes en noem maar op. Met een piek of ster op je kuif. En dan word je afgetuigd en buiten gezet. In de kou. Zonder al je versiersels en met veel minder naalden dan toen je zo liefdevol het huis werd in gedragen. Daar sta je dan. Op een sfeerloze plek. Meestal in de buurt van containers. En dan moet blue monday nog komen. Dan snap ik wel dat het in al je takken gaat kriebelen en dat je droomt van warmere of juist koudere oorden. Een dikke maand heb je staan shinen met al die kerstversiering. Dus een backpack dragen gaat ook wel lukken. Zo begint een kerstboom aan zijn zwerversbestaan.
Op een vroege koude morgen half januari liep ik tijdens het wandelen met Igor te dromen. Ik was nog niet helemaal wakker. Totdat Igor abrupt op de rem ging staan. Hij stak zijn neus in de lucht en keek om zich heen. Ik wachtte geduldig. Igor weigerde om verder te lopen. Voorzichtig stak ik mijn stok vooruit. Ik voelde takken en rook de geur van een kerstboom. Er kwam een aardige buurman aan die vroeg of hij me kon helpen. Dat vond ik fijn. Hij vertelde dat er een kerstboom languit op de stoep lag. We konden er niet langs. Aan de ene kant stonden schuttingen en aan de andere kant stonden geparkeerde auto’s. De buurman liep met ons mee over de weg. Daarna konden Igor en ik het weer zelf. Ik bedankte de buurman en liep verder. Even later realiseerde ik me dat we net een heuse zwerfkerstboom hadden ontmoet. Gewoon zomaar in het wild. Al vond ik dit exemplaar wel zielig. Hij was niet echt ver gekomen. Ik had een beetje medelijden met deze kerstboom, maar ik had hem wel even gevoeld.
Er schoot me een lied van Maartje en Kine te binnen. Dat ze begin november op de Oogbeurs hadden gezongen voor het 10 jarig bestaan van de Oogvereniging. Zachtjes begon ik te zingen: Ik kan een boom zien met mijn handen. Ik kan de geur van de magnolia vangen. Ik kan horen wat de merel zijn geliefde belooft. Ik zie de hele wereld in mijn hoofd. Hier werd ik helemaal blij van.
Ruim een maand na dit optreden op de Oogbeurs traden Maartje en Kine op in het theater in mijn woonplaats. Met Gospelkoor Desire mochten we een paar nummers meezingen in hun voorstelling Sneeuwbeesten. Op het podium was het een groot feest. Een enorme eer om te mogen doen. Ik denk dat ik nog harder straalde dan de gemiddelde kerstboom in december.
De volgende morgen had ik een van de nummers in mijn hoofd. Tijdens het wandelen met Igor zong ik zachtjes Eenzaam wantje. Het lied gaat over een verloren wantje. Het aller koudste wantje van heel deze eeuw. Hij is zijn wederhelft kwijt en denkt terug aan hoe de kindjes speelden, lachten en zwaaiden. Toen ze hem nog aan hadden. Een mooi lied en ook wel zielig.
Ik zag beelden voor me van toen mijn kinderen klein waren. Hoe ze speelden in de sneeuw. Van een heuvel af met de slee, sneeuwballen gooien en een sneeuwpop maken. Om eenzame wantjes te voorkomen zaten de wantjes vast aan een touwtje door de mouwen van hun jas. Soms gebeurde het toch dat een erg avontuurlijk wantje zich ook van dit touwtje wist te bevrijden en zo alsnog een eenzaam wantje werd.
Ik hoop dat er ergens een warme plek is die de eenzame wantjes weten te vinden. Waar ze met open armen worden ontvangen. En waar ze onder het genot van warme chocomelk met elkaar kunnen sparren over hun eenzame bestaan. Dat ze steun aan elkaar hebben en ervaringen en tips kunnen uitwisselen. En dat daar ook plek is voor een eenzame kerstboom. Ademloos luisterden de wantjes naar zijn verhaal. Over hoe de kerstboom vol goede voornemens wat van de wereld wilde gaan zien. Enthousiast begon hij te zwerven. Dit bleek hij te hebben onderschat. Van pure vermoeidheid viel hij in slaap op de stoep. Hij schrok wakker en zag een wat verbaasd kijkende geleidehond met zijn neus in de lucht en zijn blinde vrouwtje die zachtjes aan hem voelde met haar stok. De hond droeg een groene lichtjes halsband. Daardoor dacht hij terug aan hoe gelukkig hij was geweest met al zijn lichtjes, ballen, slingers en een piek tijdens de feestmaand. Deze gelukkige herinneringen gaven hem de kracht om op te staan en de wereld verder te gaan ontdekken. Zo was hij bij de lotgenotengroep voor eenzame wantjes terecht gekomen. Als ze hun wederhelft nog hadden gehad hadden de wantjes na het horen van zijn verhaal voor de kerstboom geklapt. Nu gaven ze hem om beurten een high five. De aller coolste wantjes gaven de kerstboom een boks. Blij beantwoordde de kerstboom dit met zijn tak waar bijna geen naaldje meer aan zat.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
Marjolein