Beste raadsleden en fractievolgers,
Vanavond spreekt u over de nota ‘Welzijn in Arnhem’.
Wij hebben net als u de nota over het welzijnsbeleid gelezen en zijn blij dat het college dit zo’n belangrijk onderwerp vindt.
Daarbij zijn ons wel een aantal zaken opgevallen, want helaas zien we dat in het huidige aanbod van activiteiten en diensten gericht op welzijn in Arnhem niet iedereen mee kan doen. Inwoners met een beperking die mee willen doen ervaren soms drempels. Dat kan letterlijk het geval zijn, omdat een plek niet goed toegankelijk is, maar ook omdat het aanbod niet geschikt is, of omdat mensen zich niet welkom voelen.
We zien bijvoorbeeld bij de organisatie van activiteiten voor kinderen en jongeren, dat de mensen die dit organiseren niet goed weten hoe zij dit op een inclusieve manier kunnen doen. Het feit dat een van onze kinderambassadeurs wilde aansluiten bij een knutselactiviteit, leidde tot veel onzekerheid bij de organisatie. Wat moeten we dan doen, om te zorgen dat een kind in een rolstoel ook mee kan knutselen?
Aan de andere kant zien we ook dat organisaties soms wel toegankelijk aanbod hebben, maar hier niet over communiceren. Waardoor ouders van kinderen met een beperking, of jongeren en volwassenen met een beperking niet weten of zij ook welkom zijn.
Als het gaat om welkom voelen, dan merken we dat over de volle breedte van onze achterban mensen te maken krijgen met onbegrip. Of ze nu een lichamelijke, zintuigelijke of verstandelijke beperking hebben, een psychische kwetsbaarheid, neurodivergentie of chronische ziekte.
Dat kan komen omdat iemand ergens letterlijk wordt buitengesloten door een ontoegankelijke locatie, door onbegrip over iemands gedrag, door betutteling etc. Belangrijk is dus dat bij al het welzijnsaanbod toegankelijkheid en inclusie als randvoorwaarde wordt meegenomen.
We zien dat in de nota aandacht is voor het vergroten van kennis over dementie. In de praktijk zien we dat het ook noodzakelijk is om kennis over (toegankelijkheid en organiseren voor) mensen met een beperking hieraan toe te voegen.
Een spannende ontwikkeling vinden we hoe welzijn in de wijken als alternatief voor WMO ondersteuning naar voren lijkt te worden geschoven.
We hebben dit eerder mis zien gaan, toen rond de kanteling 2012-2015 gespecialiseerde inloopvoorzieningen werden wegbezuinigd omdat mensen met een verstandelijke beperking, psychische kwetsbaarheid en neurodivergentie wel in het buurthuis naar de koffieochtend konden gaan.
In de praktijk bleek deze overgang niet te lukken. In veel buurthuizen voelden en waren mensen met een beperking niet welkom en ontbrak het aan begeleiding om buurtbewoners hierin te ondersteunen.
Wij willen benadrukken dat een inclusief en toegankelijk welzijnsaanbod een belangrijke basis is, maar dat investering hierin niet gepaard mag gaan met bezuiniging op ondersteuning via de WMO en jeugdwet.
Natuurlijk kan er een preventieve werking uitgaan van een stevige maatschappelijke basis, maar dat heeft tijd nodig om opgebouwd te worden.
Daarnaast hebben we zorgen over hoe de gemeente naar de inzet van sociale netwerken kijkt. In de welzijnsnota lezen we enerzijds terug dat mantelzorgers een groep zijn waar de gemeente zich specifiek op wil richten. Anderzijds lezen we ook dat het doel is dat mensen meer een beroep gaan doen op hun eigen netwerk.
Hierbij is het ontzettend belangrijk dat de gemeente hier onderscheid gaat maken tussen mensen die tijdelijk ondersteuning nodig hebben – vanwege gebeurtenissen in hun leven of doordat ze in een bepaalde levensfase zitten – en mensen die levenslang en levensbreed ondersteuning nodig hebben vanwege een beperking/ chronische ziekte.
Mensen met een levenslang, levensbrede ondersteuningsvraag krijgen natuurlijk ook allerlei ondersteuning vanuit hun netwerk. Daarbij gaat het om ondersteuning die mensen vaak voor zeer lange duur krijgen, bijvoorbeeld van ouders en broers/ zussen gedurende een heel leven. Doordat de ondersteuningsbehoefte gedurende het hele leven is, is het belangrijk om daarbij juist oog te hebben hoe iemand gelijkwaardige relaties kan hebben en houden, door niet altijd iedereen om hulp te moeten vragen. En ook te kijken hoe mantelzorgers deze ondersteuning duurzaam kunnen volhouden. Dat vraagt echt een andere aanpak, dan wanneer ondersteuning op bijvoorbeeld latere leeftijd een tijdje nodig is.
Dat onderscheid missen wij op dit moment in deze welzijnsnota en wij hopen dat u als gemeenteraad daar wel aandacht voor wil vragen.
Vriendelijke groet,
Marjolein van den Broek
Voorzitter Apcg
Bianca Hierck
Bijzonder in Arnhem